De vraag wat we verliezen door onze technologie is minstens even belangrijk als de vraag wat we erbij winnen.
— Bret Victor (@worrydream) October 27, 2016
De vraag wat we verliezen door onze technologie is minstens even belangrijk als de vraag wat we erbij winnen.
— Bret Victor (@worrydream) October 27, 2016
“What happens, when today’s teens start running for office? When their entire internet history is there, searchable, for us to read? What if these teens Tweet something at 15 that they might regret at 45? Do we learn to accept that their opinions have changed?”
Er wordt wat afgetwitterd over Amsterdam hoor. Niets wonderlijks daaraan. Maar het blijkt dat als je een locatie koppelt aan al die tweets, dat de onderwerpen fascinerend nauwkeurig overeenkomen met de daadwerkelijke offline omgeving waar mensen rondlopen. En zo kun je dus een kaart maken waarin je een prima beeld krijgt van de stad, iets dat Mark van der Net dus ook gedaan heeft. Hier vind je de grote versie van Marks tweet-kaart waar je lekker rond kunt scrollen.
Op NRC verscheen vorige week een vertaling van een stuk dat Karl Taro Greenfeld onlangs schreef voor de New York Times over hoe steeds meer mensen hun culturele kapitaal op peil houden door blurbs die ze op Twitter en Facebook voorbij zien komen doordat ze geen tijd hebben om het hele boek te lezen of een film compleet af te kijken.
En wie bepaalt welke culturele blurbs de meeste zichtbaarheid krijgen in onze timeline? Juist..
Omdat er zo veel op telefoons en beeldschermen gekeken wordt en we voortdurend sms’en en twitteren hoe druk we het hebben, is er geen tijd meer over om de oorspronkelijke materie tot ons te nemen. In plaats daarvan vertrouwen we op de terloopse observaties van onze ‘vrienden’ of de mensen die we ‘volgen’ of… wie eigenlijk? Wie bepaalt wat we weten, welke opvattingen we meekrijgen en welke ideeën we hergebruiken als onze eigen ondervindingen? Dat moeten dan algoritmen zijn, aangezien Google, Facebook, Twitter en de overige sociale media binnen het postindustriële stelsel deze ingewikkelde wiskundige modellen gebruiken om precies bij te houden wat we lezen, bekijken en kopen.
We hebben onze mening uitbesteed aan een stroom gegevens die ons tijdens een etentje uit de wind houdt, maar als jij en ik interessant zitten te doen over de film The Grand Budapest Hotel en we die geen van beiden gezien hebben, zijn we eigenlijk sociale media-feeds aan het vergelijken.
De rol van de traditionele journalistiek ligt onder vuur. Nieuwe technologie en andere behoeftes van een nieuw publiek dwingen tot het stellen van existentiële vragen. Waar ligt de bestaanswaarde van de journalistiek nog in een tijd van social media? Hoe moet een krant ingericht worden om te blijven voldoen? Meesterblogger en voormalig chef internet van NRCnext Ernst-Jan Pfauth publiceerde enkele weken geleden een manifest voor een krant van deze tijd, waarin hij journalisten oproept tot meer openheid, context en explicietheid, maar ook ruimte wil voor hoop, durf en twijfel.
Ook de uitstekende webserie PBS Off Book levert een bijdrage aan de discussie door een aflevering rondom de rol van Twitter in journalistiek. Twitter moet volgens de geïnterviewde vier high profile journalisten niet meer slechts begrepen worden als platform ter promotie maar vooral als een ‘global conversation‘. Nieuws is niet meer iets dat één keer per dag in het 8uur journaal te vangen is. Het is iets dat zich continu 24 uur per dag voltrekt en waar je als journalist dus ook op in dient te spelen. Dat doe je o.a. door Twitter in te zetten in je journalistiek, bijvoorbeeld door contacten te onderhouden met mede-verslaggevers zodat je er snel achterkomt wat de feiten zijn en welke sleutelpersonen handig zijn om nog even te spreken. In een 24uur newscycle is samenwerking cruciaal en Twitter is daar dé tool voor.